Elke laag kun je voorzien van randen, afgeronde hoeken en een achtergrond. Wanneer je geen rand of achtergrond wilt (transparant vlak) dan hoef je niks te doen. Dit is de standaard instelling.
Randen en achtergrond instellen
Randtype
Wanneer je een rand wilt gebruiken dan geef je als eerste aan welke randtype je wilt toepassen. Klik op de dropdown en kies uit: doorgetrokken, dubbel, gestippeld of gestreept.
Randdikte
Door het opgeven van een randdikte geef je aan hoe dik de rand moet worden. De dikte van de rand wordt in pixels toegepast, waarbij 1 de dunste rand is. Voer een waarde in of gebruik de schuifbalk om de juiste dikte te bepalen.
Randkleur
Geef de rand een kleur door op de kleurcode te klikken. Er opent een kleurenpop-up. In deze pop-up kun je een kleur selecteren. Je kunt ook een hexadecimale kleurcode of RGB-waarden ingeven. Via het laatste blokje kun je de rand eventueel transparant maken.
Afronding
Vlakken of foto’s ogen vriendelijker wanneer de randen niet strak zijn, maar van een afronding zijn voorzien. De 4 blokjes staan voor 4 randen, in deze volgorde (links naar rechts): links boven, rechts boven, rechts onder, links onder. Geef een waarde in om de afronding te bepalen. 5 is een veel gebruikte, subtiele afronding. Je kunt er ook mee spelen en bijvoorbeeld de ene hoek afgeronder maken dan de andere. Of een hele hoge afronding instellen en zo een ronde vorm maken.
Type achtergrond
Elke laag kun je voorzien van een achtergrond. Dit kan een kleur zijn of een afbeelding. Klik op de dropdown om het type achtergrond te selecteren.
Wanneer je kiest voor kleur dan kun je een kleur instellen door op de kleurcode te klikken. Er opent een kleurenpop-up. In deze pop-up kun je een kleur selecteren. Je kunt ook een hexadecimale kleurcode of RGB-waarden ingeven. Via het laatste blokje kun je de rand eventueel transparant maken.